Aan het Hof wordt gevraagd of de voormelde bepalingen, in zoverre zij niet voorzien in de tenlasteneming door de rechtsbijstand van de kosten van de adviserend geneesheer die een partij bijstaat in een geschil waarvan de afloop grotendeels zal worden bepaald door het resultaat van een medisch deskundigenonderzoek, bestaanbaar zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk of in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en met artikel 23, derde lid, 2°, van de Grondwet.
Il est demandé à la Cour si, en ce qu'elles ne prévoient pas la prise en charge par l'assistance judiciaire des frais du médecin-conseil assistant une partie dans un litige dont l'issue sera en grande partie déterminée par le résultat d'une expertise médicale, les dispositions précitées sont compatibles avec les articles 10 et 11 de la Constitution, lus isolément ou en combinaison avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme, et avec l'article 23, alinéa 3, 2°, de la Constitution.