Art. 2. Aan de werklieden die 25 jaar of meer anciënniteit binnen dezelfde onderneming uit de houtsector bewijzen wordt, ten laste van het " Fonds voor bestaanszekerheid van de zagerijen en aanverwante nijverheden" , een niet-recurrente premie van 300 EUR netto en een diploma toegekend.
Art. 2. Aux ouvriers comptant 25 ans ou plus d'ancienneté dans le secteur du bois, il est accordé une prime non récurrente d'un montant net de 300 EUR à charge du " Fonds de sécurité d'existence des scieries et industries connexes" et il est délivré un diplôme.