(40) Overwegende dat duidelijkere regels moeten worden vastgesteld voor de bescherming van de lichamelijke, geestelijke en zedelijke ontwikkeling van minderjarigen; dat, door een duidelijk onderscheid aan te brengen tussen programma's waarvoor een absoluut verbod geldt en die welke, mits passende technische middelen worden gehanteerd, kunnen worden toegestaan, tegemoet moet kunnen worden gekomen aan de bezorgdheid van de lidstaten en de Gemeenschap ten aanzien van het algemeen belang;
(40) considérant qu'il est nécessaire de clarifier les règles pour la protection de l'épanouissement physique, mental et moral des mineurs; que l'établissement d'une distinction claire entre les programmes qui font l'objet d'une interdiction absolue et ceux qui peuvent être autorisés sous réserve de l'utilisation de moyens techniques appropriés doit permettre de répondre au souci de l'intérêt public recherché par les États membres et la Communauté;