3. vraagt om de invoering in de richtlijn van een gemeenschappelijke, voor de gehele EU geldende definitie van goede milieutoestand, op te vatten als de milieutoestand waarbij alle mariene ecosystemen binnen een bepaalde mariene regio zodanig worden beheerd dat zij op een evenwichtige en zelfstandige wijze, tegen de achtergrond van ecologische verandering kunnen functioneren, en daarbij zowel de biodiversiteit als de menselijke activiteiten kunnen onderhouden.
3. préconise l'inclusion dans la directive d'une définition commune au niveau de l'UE d'un bon état écologique, compris comme l'état écologique existant lorsque tous les écosystèmes marins d'une région maritime donnée sont gérés de façon à leur permettre de fonctionner de manière équilibrée et autonome face aux changements environnementaux, soutenant à la fois la biodiversité et les activités humaines.