Men kan toch van de belastingplichtige niet langer verwachten dat hij de onroerend goedfiscaliteit en de daarmee samenhangende fiscale voordelen nog correct kan aangeven, als de wetgever er eerst een zootje van maakt ?
Comment encore exiger du contribuable qu'il déclare correctement les éléments de fiscalité immobilière et les avantages fiscaux y afférents si le législateur crée un tel désordre ?