6. benadrukt dat de belangen en de rechten van kinderen
van EU-burgers naar behoren moeten worden beschermd, niet alleen binnen de Unie maar ook daarbuiten, en roept da
arom op tot nauwere samenwerking met de instanties die verantwoordelijk zijn voor het welzijn van kinderen in Noordse landen die niet tot de EU behoren; is van mening dat alle partners van de EU (met inbegrip van leden van de EER) het Verdrag van Den Haag van 1996 inzake de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning, de tenuitvoerlegging en
...[+++] de samenwerking op het gebied van ouderlijke verantwoordelijkheid en maatregelen ter bescherming van kinderen zouden moeten ratificeren;
6. souligne que les intérêts et les droits des enfants des citoyens de l'Union doivent être dûment garantis, non seulement dans l'Union, mais aussi en dehors de ses frontières, et invite dès lors à renforcer la coopération avec les institutions chargées du bien-être des enfants dans les pays nordiques non membres de l'Union; estime que tous les partenaires de l'Union (y compris les membres de l'EEE) devraient ratifier la convention de La Haye de 1996 concernant la compétence, la loi applicable, la reconnaissance, l'exécution et la coopération en matière de responsabilité parentale et de mesures de protection des enfants;