3. De lidstaten dragen er zorg voor dat het leidinggevend orgaan governanceregelingen opstelt, toezicht houdt op en verantwoording aflegt voor de uitvoering ervan; deze regelingen garanderen een doeltreffend en prudent bestuur van de beleggingsonderneming en voorzien onder meer in een scheiding van taken in de beleggingsonderneming en in de voorkoming van belangenconflicten, en dit op een wijze die de integriteit van de markt en de belangen van de cliënten bevordert.
3. Les États membres veillent à ce que l'organe de direction d'une entreprise d'investissement définisse, supervise et soit responsable de la mise en œuvre d'un dispositif de gouvernance qui garantisse une gestion efficace et prudente de l'entreprise d'investissement, et notamment la séparation des tâches au sein de l'entreprise d'investissement et la prévention des conflits d'intérêts, de manière à promouvoir l'intégrité du marché et l'intérêt des clients.