9. concludeert, op grond van de jurisprudentie van het Gerecht van Eerste Aanleg (Gevoegde Zaken T-191/98 en T-212/98 tot en met 214/98, Atla
ntic Container e.a. tegen Commissie , "zaak TACA") dat de regulering van de schepencapaciteit alleen is toegestaan op voorwaarde dat er geen kunstmatige vraag wordt gecreëerd in combinatie met hogere vrachttarieven en alleen als de bevoegdheid van de conferences om de vrachttarieven vast te stellen in belangrijke mate is beperkt en
aldus, al ware het slechts gedeeltelijk, wordt voldaan aan de
vier ...[+++] cumulatieve criteria van artikel 81 van het Verdrag;
9. conclut, eu égard à la jurisprudence du Tribunal de première instance (affaires jointes T-191/98, T-212/98, T-213/98 et T-214/98 Atlantic Container Line e.a. / Commission, "affaire TACA") , que la gestion de l'offre de navires ne peut être autorisée qu'à condition de ne pas créer de demande artificielle liée à des augmentations de tarifs et uniquement si le pouvoir des conférences de fixer les tarifs a été fortement limité, les quatre conditions cumulatives énoncées à l'article 81du traité étant ainsi remplies, ne serait-ce que partiellement;