In werkelijkheid sloot het arrest van het Hof van Cassatie van 1968 niet uit dat de Belgische rechtscolleges in een dergelijk geval bevoegd waren : dat arrest ging over een geval waar de buitenlandse goederen (die zich in de Verenigde Staten bevonden) reeds verdeeld waren, wat verklaart dat het Hof het aangevochten arrest niet heeft vernietigd.
L'arrêt de la Cour de cassation de 1968 n'excluait en réalité pas que les juridictions belges puissent revendiquer une telle compétence: cet arrêt portait sur une espèce où les biens étrangers (situés aux États-Unis) avaient déjà fait l'objet d'un partage, ce qui explique que la Cour n'a pas censuré l'arrêt qui lui était déféré.