Als algemene regel moeten de toezichtregelingen gebaseerd zijn op een steekproefstrategie, waarmee de bijvangstpercentages van walvisachtigen per eenheid van inspanning voor een bepaalde vloot kunnen worden geraamd voor de meest frequente soorten in de bijvangst, teneinde een variatiecoëfficiënt van ten hoogste 0,30 te bewerkstelligen.
En règle générale, les programmes de surveillance sont fondés sur une stratégie d'échantillonnage destinée à permettre l'estimation des taux de captures accessoires de cétacés pour les espèces faisant le plus fréquemment l'objet des captures accessoires pour chaque effort unitaire d'une flotte donnée, afin de parvenir à un coefficient de variation n'excédant pas 0,30.