36. stemt ermee in dat de versterking van het bestuur in Afrikaanse landen van primair belang is; wijst er echter op dat het bestuur aan beide zijden moet worden verbeterd – aan Europese zijde moet inzonderheid de governance en de aansprakelijkheid voor hulptoezeggingen worden verbeterd en moet er een betere coördinatie tussen de donoren komen, om beter rekening te kunnen houden met landen die op het gebied va
n ontwikkelingshulp stiefmoederlijk worden behandeld (zogenaamde "aid orphans"); benadrukt dat de nationale en continentale parlementen, niet-overheidsactoren en plaatselijke overheden op dit gebied een belangrijke rol te spelen h
...[+++]ebben;
36. reconnaît que le renforcement de la gouvernance dans les pays africains est une priorité; estime néanmoins que des améliorations sont nécessaires de part et d'autre – pour la partie européenne, en particulier, la bonne gouvernance et la responsabilisation, au sujet des engagements en matière d'aide, ainsi que l'amélioration de la coordination entre les donateurs pour une meilleure prise en considération des "oubliés de l'aide"; souligne que les parlements nationaux et continentaux, mais aussi les acteurs non étatiques et les autorités locales, ont un rôle important à jouer dans ce domaine;