3. Op gebieden van gemeenschappelijk belang kan het Agentschap samenwerken met instellingen in landen die geen lid zijn van de Gemeenschap, maar die gegevens, informatie en deskundigheid of methodieken voor het verzamelen, analyseren en evalueren van gegevens ter beschikking kunnen stellen die van gemeenschappelijk belang en voor de succesvolle uitvoering van het werk van het Agentschap noodzakelijk zijn.
3. Dans des domaines d’intérêt commun, l’Agence peut coopérer avec les institutions de pays non membres de la Communauté qui sont en mesure de fournir des données, des informations et des connaissances, des méthodes de collecte, d’analyse et d’évaluation des données qui présentent un intérêt mutuel et qui sont nécessaires pour mener à bien les travaux de l’Agence.