4. Wanneer het uit te voeren programma een regionaal of grensoverschrijdend karakter heeft, kan de Commissie met het oog op de samenhang en doeltreffendheid van de Gemeenschapssteun volgens de procedure in artikel 10 bis, lid 2, besluiten dat bevolkingsgroepen van andere ontwikkelingslanden die niet tot de betrokken regio behoren, van het programma kunnen profiteren.
4. Pour assurer la cohérence et l’efficacité de l’aide communautaire, lorsque le programme ou le projet à réaliser est de nature régionale ou transfrontalière, la Commission peut décider, conformément à la procédure prévue à l'article 10 bis, paragraphe 2, que les populations d’autres pays en développement, n'appartenant pas à la région concernée, peuvent bénéficier du programme en cause.