Traduction de «tegen 2020 minstens » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

EU-actieplan tegen migrantensmokkel (2015 - 2020)
Plan d'action de l'UE contre le trafic de migrants (2015 - 2020)

Pericles 2020 | programma inzake uitwisselingen, bijstand en opleiding voor de bescherming van de euro tegen valsemunterij
Pericles 2020 | programme d'action en matière d'échanges, d'assistance et de formation, pour la protection de l'euro contre le faux monnayage

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Er moet voldoende capaciteit en dekking beschikbaar zijn opdat de Unie tegen 2020 de snelste breedbandverbindingen ter wereld heeft, d.w.z. minstens 30 Mbps voor alle burgers.
Une couverture et une capacité suffisantes doivent être rendues disponibles afin que l’UE puisse disposer des plus hautes vitesses à large bande sans fil au monde, au moins 30 Mb/s au plus tard en 2020 pour tous les citoyens.

Totdat een internationale overeenkomst is gesloten, en ongeacht het standpunt dat zij in het kader van de internationale onderhandelingen zal innemen, zou de EU ook meteen vastberaden en autonoom de verplichting op zich moeten nemen om tegen 2020 haar interne emissies met minstens 20 % te verminderen.
Jusqu'à la conclusion d'un accord international et sans préjudice de la position qu'elle prendra dans les négociations internationales, l'UE devrait dès maintenant prendre l'engagement ferme et indépendant de réduire ses émissions internes d'au moins 20 % d'ici à 2020.

[5] Europese Raad van 8 en 9 maart 2007: Een vermindering van de broeikasgasemissies tegen 2020 met minstens 20% in vergelijking met het niveau van 1990 (30% indien de internationale voorwaarden daarvoor vervuld zijn, Europese Raad, 10-11 december 2009); een besparing van het energieverbruik met 20% ten opzichte van de prognoses voor 2020; een aandeel van duurzame energie van 20% in het energieverbruik van de EU en een aandeel van 10% in het vervoer.
[5] Conseil européen, 8 et 9 mars 2007: à l'horizon 2020, diminution d'au moins 20 % des émissions de gaz à effet de serre par rapport à 1990 (30 % si la situation internationale le permet; Conseil européen, 10 et 11 décembre 2009); diminution de 20 % de la consommation énergétique de l'UE par rapport aux projections pour 2020; part de 20 % de sources d'énergie renouvelables dans la consommation énergétique de l'UE et de 10 % dans les transports.

Het percentage van de korting voor energiebesparende uitgaven dat wij in dit wetsvoorstel voorstellen, is dezelfde als de Europese doelstelling om tegen 2020 minstens 20 % van de energie in de EU te genereren uit hernieuwbare bronnen en om de energievraag met minstens 20 % terug te dringen.
Le pourcentage de la réduction pour les dépenses effectuées en vue d'économiser l'énergie, proposé dans la présente proposition de loi, est identique à l'objectif européen visant à générer, d'ici 2020, au moins 20 % de l'énergie de l'UE à l'aide d'énergies renouvelables et à réduire la demande en énergie d'au moins 20 %.

In de considerans, in punt D, de woorden « gelet op de doelstelling van de Europese Ministerraad van maart 2007 om het aandeel van de agrobrandstoffen in de transportsector tot 10 % te doen stijgen tegen 2020 » vervangen door de woorden « gelet op de doelstelling van de Europese Ministerraad van december 2008 dat het aandeel uit hernieuwbare energiebronnen in alle vormen van vervoer in 2020 minstens 10 % van het eindverbruik van energie in het vervoer in elke lidstaat bedraagt ».
Dans les considérants, au point D, remplacer les mots « considérant l'objectif fixé par le Conseil des ministres européens de mars 2007 selon lequel la part des agrocarburants dans les transports devrait atteindre 10 % d'ici 2020 » par les mots « considérant l'objectif fixé par le Conseil des ministres européens de décembre 2008 qui préconise que dans chaque État membre, la part de l'énergie produite à partir de sources renouvelables dans toutes les formes de transport en 2020 soit au moins égale à 10 % de sa consommation finale d'énergie dans le secteur des transports ».

Mevrouw de Bethune dient het amendement nr. 4 in dat beoogt in punt D de woorden « gelet op de doelstelling van de Europese Ministerraad van maart 2007 om het aandeel van de agrobrandstoffen in de transportsector tot 10 % te doen stijgen tegen 2020 » te vervangen door de woorden « gelet op de doelstelling van de Europese Ministerraad van december 2008 dat het aandeel uit hernieuwbare energiebronnen in alle vormen van vervoer in 2020 minstens 10 % van het eindverbruik van energie in het vervoer in elke lidstaat bedraagt ».
Mme de Bethune dépose l'amendement nº 4 visant à remplacer, dans le point D des considérants, les mots « considérant l'objectif fixé par le Conseil des ministres européens de mars 2007 selon lequel la part des agrocarburants dans les transports devrait atteindre 10 % d'ici 2020 » par les mots « considérant l'objectif fixé par le Conseil des ministres européens de décembre 2008 qui préconise que dans chaque État membre, la part de l'énergie produite à partir de sources renouvelables dans toutes les formes de transport en 2020 soit au moins égale à 10 % de sa consommation finale d'énergie dans le secteur des transports ».

In de Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei is voor de komende tien jaar de groeistrategie van de Unie voor de bevordering van dergelijke groei uitgestippeld en zijn vijf ambitieuze doelstellingen vastgesteld die tegen 2020 moeten worden bereikt, in het bijzonder op het gebied van onderwijs waar de doelstelling is om het percentage voortijdige schoolverlaters terug te brengen op een niveau onder de 10 % en om minstens 40 % van de bevolking in de leeftijdsgroep van 30-34 jaar in staat te stellen een diploma van het tertiair of gelijkwaardig onderwijs te behalen.
La stratégie européenne pour une croissance intelligente, durable et inclusive (Europe 2020) définit la stratégie de l'Union pour la décennie à venir en vue de soutenir cette croissance, et comprend cinq objectifs ambitieux à atteindre d'ici 2020, en particulier dans le domaine de l'éducation où il s'agit de ramener les taux d'abandon scolaire à moins de 10 % et de permettre à au moins 40 % des personnes âgées de 30 à 34 ans d'obtenir un diplôme de l'enseignement supérieur ou d'atteindre un niveau équivalent.