Art. 11. Onverminderd de bepalingen van artikel 4 hebben de bedienden die betrokken zijn in één van de regelingen bedoeld in artikel 5 en door de werkgever worden ontslagen om economische redenen, tijdens de periode waarin onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, recht op een vakantieduur en een vakantiegeld, berekend volgens de geldende bepalingen van de vakantiewetgeving, maar waarbij de dagen waarop in toepassing van artikel 5 niet wordt gewerkt, gelijkgesteld worden met effectieve arbeidsdagen.
Art. 11. Sans préjudice des dispositions de l'article 4, les employés concernés par l'un des régimes visés à l'article 5 et licenciés par l'employeur pour raisons économiques ont droit, durant la période de validité de la présente convention collective de travail, à une durée de vacances et un pécule de vacances calculés selon les dispositions de la législation en vigueur en matière de vacances annuelles, mais moyennant assimilation des jours non travaillés en application de l'article 5, à des jours de travail effectif.