Vertaling van "titularis tijdens hetzelfde " (Nederlands → Frans) :

In geval van overdracht van een spaardeposito naar een ander spaardeposito geopend op naam van dezelfde titularis bij dezelfde instelling, anders dan krachtens een doorlopende opdracht uitgevoerd, blijft de premieverwervingsperiode voor het eerste spaardeposito verworven, op voorwaarde dat het bedrag van de overdracht minimaal 500 euro bedraagt en de betrokken titularis tijdens hetzelfde kalenderjaar nog geen drie soortgelijke overdrachten vanop hetzelfde spaardeposito heeft uitgevoerd.
En cas de transfert, d'un dépôt d'épargne vers un autre dépôt d'épargne ouvert au nom du même titulaire auprès du même établissement autrement qu'en vertu d'un ordre permanent, la période de constitution de la prime de fidélité sur le premier dépôt d'épargne reste acquise, à condition que le montant du transfert s'élève à 500 EUR minimum et que le titulaire concerné n'ait pas déjà effectué trois transferts de ce type, à partir du même dépôt d'épargne, au cours de la même année civile.

Art. 3. In artikel 23undecies, punt 3°, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 12 november 2009, worden de woorden « tijdens een eerste periodieke keuring van een voertuig waarvan de maximale toegelaten massa : » vervangen door de woorden « tijdens een eerste periodieke of volledige keuring, en tijdens de eerste van deze keuringen na de inschrijving op naam van een andere titularis, van een voertuig waarvan de maximale toegelaten massa : ».
Art. 3. A l'article 23undecies, point 3°, du même arrêté royal, remplacé par l'arrêté royal du 12 novembre 2009, les mots « lors d'une première visité périodique d'un véhicule dont la masse maximale autorisée : » sont remplacés par les mots « lors d'un premier contrôle périodique ou complet, ainsi que lors du premier de ces contrôles après immatriculation au nom d'un autre titulaire, d'un véhicule dont la masse maximale autorisée : ».

Art. 2. In afwijking van artikel 25 van hetzelfde besluit, gewijzigd en opgeheven bij koninklijke besluiten van 6 juli 1997, mogen de ambtenaren die tijdens de periode van 1 juli 1995 tot 26 juli 1996, titularis werden van de graad van landmeter van financiën (rang 26) of verificateur (rang 26), genieten van de weddenschaal 26H, na 9 jaar graadanciënniteit of na 12 jaar niveauanciënniteit.
Art. 2. Par dérogation à l'article 25 du même arrêté, modifié et abrogé par les arrêtés royaux du 6 juillet 1997, les agents qui pendant la période du 1 juillet 1995 au 26 juillet 1996, sont devenus titulaires du grade de géomètre des finances (rang 26) ou vérificateur (rang 26), peuvent bénéficier de l'échelle 26H après 9 ans d'ancienneté de grade ou après 12 ans d'ancienneté de niveau.

Aan de personeelsleden, die titularis zijn van de graad van centrumdirecteur of van een gemene graad vermeld in het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 juni 1996, 4 oktober 1996, 22 mei 2000, 20 juli 2000, 9 januari 2002 en 5 september 2002, die tewerkgesteld zijn in de gesloten centra en die tijdens de uitoefening van hun ambt aan bepaalde risico's worden blootgesteld, alsook aan de personeelsleden die titularis zijn van een gemene graad vermeld in hetzelfde koninklijk besluit van 10 april 1995 en die instaan voor het toezicht in de wachtzaal van de Dienst Vreemdelingenzaken, wordt een jaarlijkse toelage van 991,58 EUR toegekend».
Une allocation annuelle d'un montant de 991,58 EUR est attribuée aux agents qui sont titulaires du grade de directeur de centre ou d'un grade commun visé à l'arrêté royal du 10 avril 1995 fixant les échelles de traitement des grades communs à plusieurs ministères, modifié par les arrêtés royaux des 3 juin 1996, 4 octobre 1996, 22 mai 2000, 20 juillet 2000, 9 janvier 2002 et 5 septembre 2002, qui sont en service dans les centres fermés et qui sont soumis à certains risques pendant l'exécution de leurs fonctions, ainsi qu'aux agents qui sont titulaires d'un grade commun visé au même arrêté royal du 10 avril 1995 et qui sont affectés à la surveillance de la salle d'attente de l'Office des Etrangers».

Artikel 307, § 1, tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bepaalt dat de jaarlijkse aangifte in de personenbelasting het bestaan moet vermelden van rekeningen van elke aard waarvan de belastingplichtige, zijn echtgenoot, alsmede de kinderen waarvan, overeenkomstig artikel 126, tweede lid, van hetzelfde wetboek, de inkomsten bij die van de ouders worden gevoegd, op enigerlei ogenblik tijdens het belastbaar tijdperk, titularis zijn geweest bij een in het buitenland gelegen bank-, wissel-, krediet- of spaarinstelling en het land of de landen waar die rekeningen geopend zijn geweest.
L'article 307, § 1er, alinéa 2, du Code des impôts sur les revenus 1992 dispose que la déclaration annuelle à l'impôt des personnes physiques doit comporter les mentions de l'existence de comptes de toute nature dont le contribuable, son conjoint, ainsi que les enfants dont les revenus sont cumulés avec ceux des parents conformément à l'article 126, alinéa 2, du même Code, ont été titulaires, à un quelconque moment dans le courant de la période imposable, auprès d'un établissement de banque, de change, de crédit ou d'épargne établi à l'étranger et du ou des pays où ces comptes ont été ouverts.

Overeenkomstig artikel 307, § 1, tweede lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 moet de jaarlijkse aangifte in de personenbelasting het bestaan vermelden van rekeningen van elke aard, waarvan de belastingplichtige, zijn echtgenoot alsmede de kinderen waarvan, overeenkomstig artikel 126, tweede lid, van het hetzelfde wetboek, de inkomsten bij die van de ouders worden gevoegd, op enigerlei ogenblik tijdens het belastbaar tijdperk, titularis zijn geweest bij een in het buitenland gelegen bank-, wissel-, krediet- of spaarinstelling.
Conformément à l'article 307, § 1er, alinéa 2, du Code des impôts sur les revenus 1992, la déclaration annuelle à l'impôt des personnes physiques doit mentionner l'existence de comptes de toute nature dont le contribuable, son conjoint, ainsi que les enfants dont les revenus sont cumulés avec ceux des parents conformément à l'article 126, alinéa 2, du même code, ont été titulaires, à un quelconque moment dans le courant de la période imposable, auprès d'un établissement de banque, de change, de crédit ou d'épargne établi à l'étranger.