1. Heeft het in het licht van die evolutie, die volgens die studie in een nabije toekomst nog scherper tot uiting zal komen, nog zin de bilaterale investeringsakkoorden (BIA) te verdedigen als zijnde «overeenkomsten die noodzakelijk zijn voor een land dat grotendeels afhankelijk is van de uitvoer» (cf. bijvoorbeeld het antwoord van de heer Maystadt, minister van Financiën, op de interpellatie van senator Jonckheer van 19 februari 1998)?
1. A la lumière de telles données, appelées selon cette étude à s'accentuer encore dans l'avenir proche, dans quelle mesure y a-t-il encore un sens à défendre les accords bilatéraux sur l'investissement (ABI) comme «traités nécessaires à un pays dépendant en bonne part de ses exportations» (cf. par exemple la réponse de M. Maystadt, ministre des Finances, à l'interpellation du sénateur Jonckheer le 19 février 1998)?