De minister waarschuwt in zijn antwoord tevens andere gegadigden die dergelijke woekerleningen willen opzetten : « Indien er in de toekomst nog andere ondernemingen zijn die van plan zijn om dit genre activiteiten in België te ontplooien, zullen zij eveneens onderwerp uitmaken van een onderzoek» (1)
Dans sa réponse, le ministre met aussi en garde les nouveaux candidats qui envisagent de proposer de tels prêts usuraires: « Si, dans le futur, d'autres entreprises encore comptent développer ce genre d'activités en Belgique, des enquêtes seront menées également chez elles » (1) .