De bepalingen van dit
hoofdstuk zijn van toepassing wanneer een persoon (hierna genoemd « contractueel vervoerder ») een door dit Verdrag beheerste vervoerovereenkomst sluit met een passagier of een afzender of met een
persoon die handelt namens de passagier of de afzender, en een andere persoon (hierna genoemd « feitelijk vervoerder »), op grond van een machtiging van de contractuele vervoerder, het geheel of een deel van het vervoer verricht maar niet een opvolgende vervoerder is in de zin v
...[+++]an dit Verdrag.
Les dispositions du présent chapitre s'appliquent lorsqu'une personne (ci-après dénommée « transporteur contractuel ») conclut un contrat de transport régi par la présente convention avec un passager ou un expéditeur ou avec une personne agissant pour le compte du passager ou de l'expéditeur, et qu'une autre personne (ci-après dénommée « transporteur de fait ») effectue, en vertu d'une autorisation donnée par le transporteur contractuel, tout ou partie du transport, mais n'est pas, en ce qui concerne cette partie, un transporteur successif au sens de la présente convention.