2. Wanneer de toezichthoudende autoriteit haar bevoegdheden uit hoofde van artikel 46, lid 1, onder a) en b), uitoefent, antwoorden de voor de verwerking verantwoordelijke en de verwerker de toezichthoudende autoriteit binnen een redelijke, door de toezichthoudende autoriteit te bepalen termijn.
2. Lorsque l'autorité de contrôle exerce les pouvoirs qui lui sont conférés en vertu de l'article 46, paragraphe 1, points a) et b), le responsable du traitement et le sous-traitant répondent à l'autorité de contrôle dans un délai raisonnable devant être fixé par celle-ci .