« Schendt artikel 1278, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, in zoverre het van toepassing is wanneer er meer dan één vordering tot echtscheiding is, op de dag waarop de eerste is ingesteld, zonder dat een hervatting van de echt
elijke samenwerking tussen de procedures of de rechtsvorderingen in aanmerking dient te worden genomen, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat de patrimoniale gevolgen van de echtscheiding tussen de partijen, volgens die interpretatie,
noodzakelijkerwijs zouden worden vastgesteld op de datum van de eerste
vordering ...[+++]voor alle echtgenoten, terwijl de enen hebben besloten om het samenleven en een patrimoniale samenwerking te hervatten, wat de toepassing van de regels van het primaire stelsel inhoudt, terwijl de anderen een dergelijke samenwerking hebben uitgesloten met de bedoeling zich te onttrekken aan de regels van het primaire stelsel ?« L'article
1278, alinéa 2, du Code judiciaire interprété, en tant qu'il s'applique en cas de pluralité de demandes en divorce, au jour de la première d'entre elles, sans qu'il n'y ait lieu d'avoir égard à une reprise de la collaboration conjugale entre les procédures ou les actions, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que les effets patrimoniaux du divorce entre les parties seraient, selon cette interprétation, nécessairement fixés à la date de la première demande pour tous les époux alors que les uns ont décidé de reprendre la vie commune et une collaboration patrimoniale impliquant l'application des règles du rég
...[+++]ime primaire alors que les autres ont exclu une telle collaboration entendant se soustraire aux règles du régime primaire ?