Indien C een procedure tegen B heeft ingesteld (44) na het verstrijken van de verjaringstermijn va
n toepassing op het rechtsmiddel van B tegen A, zoals bepaald in het verdrag, wordt B bijgevolg niet bescher
md door artikel 18, tweede lid. Het werd noodzakelijk
geacht de toepassing van artikel 18, tweede lid, te beperken teneinde te voorkomen dat de aanvankelijke verkoper ingevolge het verstrijken van de in dit verdrag bepaalde verja
...[+++]ringstermijn inzake tegen hem gerichte vorderingen wordt blootgesteld aan eventuele vorderingen gegrond op het doorverkopen van zaken door de aanvankelijke koper (45) .
Par conséquent, si C n'a engagé une procédure contre B (44) qu'après l'expiration du délai de prescription applicable au recours de B contre A tel qu'il est fixé par la Convention, l'article 18, par. 2, ne protégera pas B. Il a été jugé nécessaire de limiter l'application de l'article 18, par. 2, de manière à éviter que le vendeur initial ne soit exposé, par suite de l'expiration du délai de prescription prévu dans la présente Convention pour les actions dirigées contre lui, à d'éventuelles actions fondées sur la revente de marchandises par l'acheteur initial (45) .