b) zodra een lidstaat de in artikel 6 bedoelde nieuw gecreëerde aanplantrechten aan één of meer reserves heeft toegewezen, brengt toekenning naderhand van een nieuwe-aanplantrecht met zich dat een aanplantrecht dat overeenkomt met een oppervlakte die, uitgedrukt in uitsluitend met wijnstokken beplante cultuurgrond, daaraan gelijk is, en dat aan de, aan het betrokken gebied gerelateerde reserve(s) is toegewezen, komt te vervallen.
b) une fois qu'un État membre a attribué les droits de plantation nouvellement créés, visés à l'article 6, à une ou plusieurs réserves, l'octroi ultérieur d'un droit de plantation nouvelle implique l'extinction d'un droit de plantation correspondant à une superficie égale en culture pure, attribué à la réserve ou aux réserves concernant la région en question.