Hieruit volgt dat, in de interpretatie dat het slachtoffer van een arbeidsongeval, indien de blijvende arbeidsongeschiktheid zodanig verergert dat het de functie waarin het gereclasseerd werd, tijdelijk niet meer kan uitoefenen, geen recht heeft op een vergoeding die vergelijkbaar is met de vergoeding waarin artikel 3bis voorziet, de wet van 3 juli 1967 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt.
Il s'ensuit que, dans l'interprétation selon laquelle la victime d'un accident du travail, si son incapacité de travail permanente s'aggrave à un point tel qu'elle ne puisse temporairement plus exercer la fonction dans laquelle elle a été reclassée, n'a pas droit à une indemnité comparable à celle qui est prévue par l'article 3bis, la loi du 3 juillet 1967 viole les articles 10 et 11 de la Constitution.