19. ziet als belangrijkste oorzaak voor de stijging van de aardolieprijzen in de afgelopen acht jaar de sterke groei van de vraag die tot knelpunten bij de aardoliewinning, het vervoer en de raffinage heeft geleid en tot grote, uitzonderlijke winsten van enkele grote oligopolies in de aardoliesector; erkent dat duidelijk gestegen grondstoffenprijzen en speculatieve transacties op de financiële markten de ontwikkeling van de aardolieprijzen nog hebben aangewakkerd;
19. estime que la hausse du prix du pétrole observée au cours des huit dernières années est principalement due à une forte croissance de la demande, qui a conduit à des goulets d'étranglement aux niveaux de la production de pétrole, du transport et du raffinage, ainsi qu'à des superprofits pour quelques grands oligopoles pétroliers; reconnaît que la hausse sensible des prix des matières premières et les opérations spéculatives sur les marchés financiers ont eu pour effet d'amplifier l'évolution des prix du pétrole;