Nationale maatregelen die de uitoefening van de in het Verdrag gewaarborgde fundamentele vrijheden k
unnen belemmeren of minder aantrekkelijk kunnen maken, moeten aan vier voorwaarden voldoen : zij moeten zonder discriminatie worden toegepast, zij moeten
hun rechtvaardiging vinden in dwingende redenen van algemeen belang, zij moeten geschikt zijn om de verwezenlijking van het nagestreefde doel te waarborgen
, en zij mogen niet verder gaan ...[+++] dan nodig is voor het bereiken van dat doel (HvJ, 31 maart 1993, C-19/92, Kraus, punt 32; HvJ, 30 november 1995, C-55/94, Gebhard, punt 37).
Les mesures nationales susceptibles de gêner ou de rendre moins attrayant l'exercice des libertés fondamentales garanties par le Traité doivent satisfaire à quatre conditions : elles doivent être appliquées sans discrimination, elles doivent être justifiées par des raisons impérieuses d'intérêt général, elles doivent être propres à garantir la réalisation de l'objectif poursuivi et ne peuvent pas aller au-delà de ce qui est nécessaire pour réaliser cet objectif (CJCE, 31 mars 1993, C-19/92, Kraus, point 32; CJCE, 30 novembre 1995, C-55/94, Gebhard, point 37).