Indien één van de Verdragsluitende Partijen haar eigen arbiter niet aanwijst binnen de termijn van dertig dagen of indien over de derde arbiter niet binnen de genoemde termijn overeenstemming is bereikt, kan de voorzitter van het Internationaal Gerechtshof, en indien deze onderdaan is van het Koninkrijk België of het Koninkrijk der Nederlanden, de vice-voorzitter van dit Hof, door één van de Verdragsluitende Partijen worden verzocht een arbiter of arbiters te benoemen.
Si l'une des Parties contractantes ne désigne pas son propre arbitre dans le délai de trente jours ou si elles ne parviennent pas à un accord sur le troisième arbitre dans le délai imparti, le président de la Cour internationale, et si celui-ci est ressortissant du Royaume de Belgique ou du Royaume des Pays-Bas, le vice-président de cette Cour, peut être saisi par l'une des Parties contractantes afin de nommer un ou des arbitres.