1. Volgens de toelichting (83) moet die bepaling
, die een definitie geeft van wat verstaan moet worden onder een persoon « die ervan verdacht wordt een strafbaar feit te hebben gepleegd », in verband worden gebracht met de artikelen 125 en 126 va
n het voorstel, die reeds in het stadium van het opsporingsonderzoek zowel voor de persoon die ervan verdacht wordt een strafbaar feit te hebben gepleegd dat strafbaar is met een gevangenisstraf van ten minste een jaar, als voor de persoon die overeenkomstig artikel 39 v
an het voo ...[+++]rstel een verklaring van benadeelde persoon heeft gedaan, het recht openstellen om inzage te hebben in het dossier en om te vragen dat een bijkomende opsporingshandeling wordt verricht.
1. Selon les développements (83), cette disposition qui définit ce qu'il convient d'entendre par « personne suspectée d'avoir commis une infraction », doit être mise en relation avec les articles 125 et 126 de la proposition qui ouvrent, dès le stade de l'information, tant un droit à consulter le dossier qu'un droit à demander l'accomplissement d'un acte d'information complémentaire et ce, tant au profit de la personne suspectée d'avoir commis une infraction punissable d'une peine d'un an d'emprisonnement au moins qu'à celui de la personne qui a fait une déclaration de personne lésée en application de l'article 39 de la proposition.