32. looft de EDEO voor de succesvolle voltooiing van de eerste reeks landenstrategieën inzake mensenrechten, die met een grote betrokkenheid van de EU-delegaties werden ontwikkeld; acht het blijvend gebrek aan transparantie met betrekking tot de inhoud van de landenstrategieën alsook het ontbreken van een effectieve informatieverstrekking aan het Parlement evenwel b
etreurenswaardig en vraagt nogmaals om ten minste de belangrijkste prioriteiten van elke landenstrategie openbaar te maken en om het Parlement in een gepa
st kader toegang te verlenen tot deze ...[+++]strategieën zodat het deze naar behoren kan controleren; moedigt de EDEO aan indicatoren aan te nemen op basis waarvan hun doeltreffendheid kan worden geëvalueerd en de onderdelen van het jaarverslag over mensenrechten en democratie over specifieke landen explicieter te beschouwen als uitvoeringsverslagen van de landenstrategieën; herinnert aan de verbintenis van de EU om ervoor te zorgen dat de mensenrechtenstrategieën op alle niveaus van beleidsvorming met derde landen in acht worden genomen, waaronder tijdens mensenrechten- en politieke dialogen; 32. félicite le SEAE pour l'achèvement réussi du premier cycle de stratégies par pays en matière de droits de l'homme, lesquelles étaient fortement axées sur l'appropriation au niveau des délégations de l'Union; regrette cependant le manque de transparence persistant en ce qui concerne le contenu des stratégies par pays, et en particu
lier le fait que le Parlement n'ait pas été dûment informé, et demande une nouvelle fois que les priorités essentielles de chaque stratégie par pays au moins soient rendues publiques et que le Parlement ait accès à ces stratégies afin de permettre un niveau de contrôle adéquat; encourage le SEAE à adopter
...[+++]des indicateurs en vue d'évaluer leur efficacité et à traiter plus explicitement les chapitres du rapport annuel sur les droits de l'homme et la démocratie dans le monde consacrés aux différents pays comme des rapports de mise en œuvre des stratégies par pays; rappelle l'engagement de l'Union à faire en sorte que les stratégies par pays en matière de droits de l'homme soient prises en considération à tous les niveaux des politiques envers les pays tiers, et notamment dans les dialogues politiques et les dialogues relatifs aux droits de l'homme;