Anderzijds moet krachtens artikel 5, 4° van het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 het autonoom gemeentebedrijf, dat, gezien de beëindiging van zijn activiteit ieder recht op aftrek verliest, een herziening in het voordeel van de Schatkist verrichten van alle nog niet vervreemde lichamelijk roerende goederen en nog niet gebruikte diensten op het tijdstip van dat verlies.
De son côté, en vertu de l'article 5, 4° de l'arrêté royal n° 3 du 10 décembre 1969, la régie communale autonome, qui perd tout droit à déduction en raison de la cessation d'activité, doit procéder à une révision au profit du Trésor pour tous les biens meubles corporels non encore cédés et les services non utilisés au moment de cette perte.