Aangezien het belang van de tussenkomende partijen is beperkt tot de bepalingen van het decreet betreffende de geografische bevoegdheden en de oprichting van de universitaire academies, zijn de tussenkomsten niet ontvankelijk, vermits de gedeeltelijke onontvankelijkheid van de beroepen tot vernietiging, bij ontstentenis van belang, zoals uiteengezet in B.10.2 en B.10.3, leidt tot die van de tussenkomsten die daarop betrekking hebben.
Dès lors que l'intérêt des parties intervenantes est limité aux dispositions du décret relatives aux habilitations géographiques et à la création des académies universitaires, les interventions ne sont pas recevables, puisque l'irrecevabilité partielle des recours en annulation, pour défaut d'intérêt, exposée en B.10.2 et B.10.3, entraîne celle des interventions qui s'y rapportent.