Het stelsel inzake ontzettingen opgelegd aan personen veroordeeld wegens zedenfeiten om activiteiten te verrichten in de jeugdsector bedoeld in de wet van 13 april 1995 betreffende seksueel misbruik ten aanzien van minderjarigen wordt nader omschreven en doeltreffender gemaakt. Voortaan moet het voorafgaand advies van een dienst gespecialiseerd in de begeleiding en behandeling van seksuele delinquenten ook worden ingewonnen in andere gevallen dan voorwaardelijke invrijheidstelling.
Elle précise et rend plus efficace le régime prévu par la loi du 13 avril 1995 relative aux abus sexuels à l'égard des mineurs en matière d'interdictions pour les condamnés pour fait de moeurs d'exercer des activités dans le domaine de la jeunesse et élargit à d'autres hypothèses que la libération conditionnelle l'exigence d'un avis préalable d'un service spécialisé dans le domaine de la guidance et du traitement des délinquants sexuels ainsi que les modalités du suivi de la guidance ou du traitement des personnes concernées.