Bij verkeer van paardachtigen tussen lidstaten moeten een identificatiedocument (paspoort) en een officieel, op de plaats van vertrek verstrekt veterinair attest of certificaat kunnen worden voorgelegd.
Lorsqu'il se déplace entre des États membres, un équidé doit non seulement être accompagné de son document d'identification (passeport), mais aussi d'une attestation ou d'un certificat vétérinaire officiel, produit sur le lieu de départ.