Sinds de wijziging van het voormelde artikel 39, § 2, eerste lid, bij artikel 18 van het decreet van 30 juni 2000, is gepreciseerd dat het bezwaar tegen de aanslag wegens leegstand « op straffe van verval » moet geschieden « bij aangetekende brief » en dit « binnen een maand na de datum van verzending van de aanslag ».
Depuis la modification de l'article 39, § 2, alinéa 1, précité par l'article 18 du décret du 30 juin 2000, il est précisé que la réclamation contre la taxe d'inoccupation doit, « à peine de caducité [lire : déchéance] », s'effectuer « par lettre recommandée », et ce « dans [le] mois de la date d'envoi de l'imposition ».