Art. 24. Ten laatste tegen 31 december neemt de Minister een beslissing over de aanvragen bedoeld bij artikel 20, op met redenen omkleed voorstel van de Jeugddienst, opgesteld in de vorm van een besluit, en waaraan gevoegd worden, enerzijds, de adviezen van de Inspectie en van de CCOJ geraadpleegd overeenkomstig de artikelen 25 tot 30 en, anderzijds, de op- en aanmerkingen verwoord door de verenigingen met toepassing van artikel 23, vierde lid.
Art. 24. Le Ministre statue au plus tard le 31 décembre sur les demandes visées à l'article 20, sur proposition motivée du Service de la Jeunesse, rédigée sous forme d'arrêté, et à laquelle sont joints, d'une part, les avis de l'Inspection et de la C. C. O.J. consultés conformément aux articles 25 à 30 et, d'autre part, les observations écrites formulées par les associations en application de l'article 23, alinéa 4.