Om die reden werd in artikel 23, tweede lid, ter verduidelijking van het eerste lid volgens hetwelk ieder het recht heeft een menswaardig leven te leiden, bepaald dat daartoe de wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel (...) de economische, sociale en culturele rechten waarborgen, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen ».
C'est pourquoi l'article 23, alinéa 2, qui précise l'alinéa 1 selon lequel « chacun a le droit de mener une vie conforme à la dignité humaine », dispose qu'« à cette fin, la loi, le décret ou la règle visée à l'article 134 garantissent (...) les droits économiques, sociaux et culturels, et déterminent les conditions de leur exercice ».