Wanneer men afstapt van het vereiste van de wettigheid van de weigeringsgronden ten voordele van vage criteria zoals de « onbetamelijkheid » of het « in het gedrang brengen van de menselijke waardigheid », geeft men vrij spel aan de rechtsonzekerheid.
Lorsque l'on s'abstient d'exiger la légalité des motifs de refus, au profit de critères aussi vagues que « l'incorrection » ou « le fait de compromettre la dignité humaine », on laisse libre cours à l'insécurité juridique.