2° door de giften, legaten, stichtingen, beurzen, prijzen of welkdanige andere giften tot aanvaarding waarvan de Koning, krachtens artikel 3 van de wet van 27 juni 1930, machtiging heeft verleend, of die voorlopig zijn aanvaard, krachtens de wet van 12 juli 1931 betreffende de uitbreiding tot alle rechtspersonen van het voordeel van de voorlopige aanvaarding van bij akten gedane schenkingen onder levenden;
2° par les dons, legs, fondations, bourses, prix ou autres libéralités quelconques, dont l'acceptation a été autorisée par le Roi, en vertu de l'article 3 de la loi du 27 juin 1930, ou qui ont été provisoirement acceptées en vertu de la loi du 12 juillet 1931 portant extension à toutes les personnes juridiques du bénéfice de l'acceptation provisoire des libéralités faites par actes entre vifs;