Bovendien wordt in de Barcelona-doelstelling bepaald dat de EU-lidstaten moeten zorgen voor kinderopvang voor tenminste 90 procent van de kinderen in de leeftijd van drie jaar tot de leerplichtige leeftijd, en voor 33 procent van de kinderen tot drie jaar. Dit kan alleen worden gerealiseerd als er tussen de lidstaten onderlinge afspraken worden gemaakt en indien daar waar mogelijk informatie en beste praktijken worden uitgewisseld, vooral door lidstaten met hoog ontwikkelde structuren in het voorschoolse onderwijs richting de partners met minder ervaring op dat gebied.
Par ailleurs, si nous souhaitons atteindre l’objectif de Barcelone en vertu duquel les États membres de l’Union doivent mettre en place des structures d’accueil pour 90 % au moins des enfants ayant entre 3 ans et l’âge de la scolarité obligatoire et pour au moins 33 % des enfants âgés de moins de 3 ans, il faut un accord entre les États membres et, lorsque c’est possible, un transfert d’informations et de meilleures pratiques, en particulier des États membres disposant de structures d’éducation préscolaire très développées vers des partenaires dont l’expérience est plus limitée dans ce domaine.
