Art. 16. Per begrotingsjaar kan de minister slechts overschrijdingen van de maximumbedragen, vermeld in artikel 14, § 3, tweede lid, en in artikel 15, § 2, vierdelid, ten laste nemen of subsidiëren tot maximaal 3 % van het daarvoor op de begroting van de Vlaamse Gemeenschap voorziene budget voor de verrichtingen, vermeld in artikel 4, § 1, 2°, a).
Art. 16. Par exercice budgétaire, le Ministre ne peut prendre à charge ou subventionner les dépassements des montants maximum visés à l'article 14, § 3, deuxième alinéa, et à l'article 15, § 2, quatrième alinéa que jusqu'à un maximum de 3 % du budget de la Communauté flamande prévu pour les opérations visées à l'article 4, § 1, 2°, a).