4. Belangrijk lijkt het inzicht dat met het resultaat van een comparatieve DNA-analyse voor identificatiedoeleinden een afstammingsprobleem lang niet altijd is opgelost (vgl. artikel 1, a), van het wetsvoorstel); wel is de vraag naar de biogenetische verwantschap tussen een man en een kind met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid (positief of negatief) beantwoord.
4. Il importe aussi de savoir que le résultat d'une analyse comparative d'ADN à des fins d'identification ne permet pas toujours — loin s'en faut — de résoudre un problème de filiation (cf. article 1 , a), de la proposition de loi); il permet en revanche de dire, avec une probabilité confinant à la certitude, si un homme est, oui ou non, le père biogénétique d'un enfant.