Bij de aanvraag wordt de verklaring op erewoord gevoegd, bedoeld in artikel 1, § 1, tweede lid, 3°, waarin de rechthebbende bevestigt dat hij geen rechten kan doen gelden krachtens een individueel of collectief gesloten overeenkomst of waarin hij meedeelt ten belope van welk bedrag hij rechten kan doen gelden krachtens de voornoemde overeenkomst.
La demande devra être assortie de la déclaration sur l'honneur visée dans l'article 1, § 1, alinéa 2, 3°, et dans laquelle le bénéficiaire atteste ne pas pouvoir faire valoir des droits en vertu d'un contrat conclu à titre individuel ou collectif ou dans laquelle il communique le montant à concurrence duquel il peut faire valoir des droits en vertu du contrat précité.