Uit de voorbereidende werken van de wet blijkt dat : " De regering oordeelt dat zij de verruiming van de samenstelling der bijzondere comités binnen de grenzen moet houden want steeds was en blijft zij ervoor bezorgd dat tot de onderhandelingsprocedure slechts een beperkt aantal vakorganisaties toegang zou hebben waarvan mag worden verwacht dat zij een volledig begrip opbrengen voor de algemene problemen van het openbaar ambt" (Memorie van Toelichting, Parl. stuk, Kamer, zitting 1970-1971, 889, nr. 1, blz. 12).
Il ressort des travaux préparatoires de la loi que : " Le gouvernement n'estime pas pouvoir aller au-delà de cet élargissement de la composition des comités particuliers car sa préoccupation a toujours été et reste de ne faire accéder à la procédure de négociation qu'un nombre limité d'organisations syndicales dont on peut attendre une compréhension globale des problèmes généraux de la fonction publique" (Exposé des motifs, Doc. parl., Chambre, session 1970-1971, 889, n° 1, page 12).