Uit wat voorafgaat, vloeit voort dat de maa
tregel waardoor een wapenvergunning wordt geweigerd aan de persoon die is veroordeeld wegens één van de misdrijven bedoeld in artikel 5, § 4, 2°, b), van de Wapenwet, waaronder, zoals te dezen, het misdrijf van valsheid in geschrifte en gebruik van valse stukken, tegemoetkomt aan de zorg van de wetgever om te voorkomen dat e
en vergunning wordt verleend aan personen die zijn veroordeeld voor feiten die de dader of medeplichtige als onbetrouwbaar doen o
...[+++]verkomen voor het bezit van een wapenvergunning.
Il résulte de ce qui précède que la mesure refusant une autorisation de détention d'armes à feu à la personne qui a été condamnée pour une des infractions visées à l'article 5, § 4, 2°, b), de la loi sur les armes, parmi lesquelles, comme en l'espèce, l'infraction de faux en écritures et usage de faux, répond au souci du législateur d'éviter qu'une autorisation soit accordée à des personnes qui ont été condamnées pour des faits faisant apparaître que l'auteur ou le complice est une personne indigne de confiance pour posséder une autorisation de détention d'armes.