18. erkent dat er vooruitgang op wetgevingsgebied is geboekt bij het waarborgen van de vrijheid van meningsuiting in de media, maar stelt vast dat er toch nog altijd melding wordt gemaakt van gevallen van intimidatie van en fysiek geweld jegens journalisten en van een beperking van de mediavrijheid; is bezorgd over de achterstand in de behandeling van wegens laster en smaad tegen media en journalisten aangespannen rechtszaken;
18. reconnaît les progrès réalisés, sur le plan législatif, en vue d'assurer la liberté d'expression dans les médias, mais prend acte également d'allégations d'intimidation et de violence physique à l'encontre de journalistes ainsi que d'informations faisant état d'une restriction de la liberté des médias; est préoccupé par l'accumulation dans les tribunaux des affaires de diffamation visant les médias et les journalistes;