Er tekent zich een tendens af om uitleggingsbevoegdheid toe te kennen aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen zowel voor de « communautaire verdragen » (1) als voor de tussen de lidstaten van de Europese Gemeenschappen afgesloten verdragen welke geen grond vinden in ex-artikel 220 (huidig 293) van het EEG-Verdrag maar toch communautaire doelstellingen dienen (2).
Une tendance s'est dessinée en vue d'attribuer la compétence en matière d'interprétation à la Cour de justice des Communautés européennes, tant pour les « conventions communautaires » (1) que pour les conventions conclues entre États membres des Communautés européennes, qui ne se basent pas sur l'ex-article 220 (actuel 293) du Traité CEE mais qui ont cependant des objectifs communautaires (2).