4. a) Krachtens het koninklijk besluit van 3 juli 1969 kan aan een geneesmiddel voor diergeneeskundig gebruik alleen een registratie worden verleend wanneer de werkzame substantie is opgenomen in bijlage I, II of III van de verordening 2377/90 en er een wachttijd is opgegeven die moet verstrijken tussen de laatste toediening van het geneesmiddel aan het dier en de verkrijging van levensmiddelen die van dat dier afkomstig zijn om te waarborgen dat die levensmiddelen geen residuen in grotere hoeveelheden dan de vastgestelde maxima bevatten.
4. a) En vertu de l'arrêté royal du 3 juillet 1969 l'enregistrement d'un médicament à usage vétérinaire ne peut être accordé que lorsque la substance active est mentionnée aux annexes I, II ou III du règlement 2377/90 et qu'il y a une indication du temps d'attente nécessaire entre la dernière administration du médicament à l'animal dans les conditions normales d'emploi et l'obtention des denrées alimentaires provenant de cet animal, afin de garantir qu'elles ne contiennent pas de résidus en quantités supérieures aux limites maximales établies.