De minister kan zich aansluiten bij de noodzaak de hele redenering van de standplaats te herschikken, en verwijst naar een wetsvoorstel terzake in de Kamer [wetsvoorstel van de heer Verwilghen tot opheffing van artikel 306, derde lid van het Gerechtelijk Wetboek, Stuk Kamer, 85-1, 1995 (BZ)].
Le ministre admet qu'il est nécessaire de revoir l'ensemble du principe de l'obligation de résidence et renvoie à ce sujet à une proposition de loi déposée à la Chambre [proposition de loi de M. Verwilghen abrogeant l'article 306, alinéa 3, du Code judiciaire, doc. Ch., 85-1, 1995 (S.E.)].