Art. 3. De leden van rechtswege van de CGH zoals bedoeld in artikel 129, § 1 van het koninklijk besluit van 14 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en die niet onderworpen zijn aan het statuut van het rijkspersoneel, hebben recht op een onkostenvergoeding van 32,71 euros per zitting.
Art. 3. Les membres de droit de la CMH tels que visés à l'article 129, § 1 de l'arrêté royal du 14 décembre 2006 relatif aux médicaments à usage humain et vétérinaire et qui ne sont pas soumis au statut des agents de l'Etat, ont droit à une indemnité de 32,71 euros par séance.