De Staat die de universele rechtsmacht « in absentia » wenst uit te oefenen, heeft dus de verplichting naar internationaal recht om aan de Staat waarvan de vermoedelijke dader de nationaliteit heeft, voor te stellen vervolgingen in te stellen, vooraleer hij zelf vervolgingen kan instellen op basis van de universele rechtsmacht « in absentia ».
L'État envisageant d'exercer la compétence universelle par défaut a ainsi l'obligation de droit international de proposer à l'État de la nationalité de l'auteur présumé d'engager des poursuites, comme condition préalable à l'engagement de poursuites sur la base de la compétence universelle par défaut.